Vanaf 1985 is in Nederland de stappenmethode ontwikkeld door Rob Brunia en Cor van Wijgerden. Waar het in het begin voornamelijk bestond uit losse stencils, nu is het een complete lesmethode bestaande uit werkboeken voor elke stap (er zijn 6 stappen), en handleidingen voor de lesgever.

De stappenmethode wordt als de standaard lesmethode voor het schaken in Nederland gebruikt, maar niet alleen in Nederland. Inmiddels is de stappenmethode vertaald in het Duits, Engels, Frans, en Turks.

Elke stap bestaat uit meerdere werkboeken: zo zijn er werkboeken stap 2, stap 2+, stap 2 extra en stap 2 vooruitdenken. Er is geen bepaalde periode waarin een stap moet worden afgerond: dit hangt van het niveau van de leerling af, als de oefenstof ook in de praktijk wordt gebracht is een leerling toe aan de volgende stap. De combinatie van lessen en partijen spelen is dus essentieel. In stap 1 wordt de basis gelegd en het wordt dan ook aangeraden om voor deze eerste stap minstens een jaar uit te trekken.

Zie voor meer informate de uitleg van de KNSB  en de site van de stappenmethode .

Op de club beginnen de jongsten met 'Opstapje', werkboeken voor kinderen niet nog niet (goed) kunnen lezen. Zij zoeken de juiste zet en noteren deze door pijlen te trekken. Vanaf stap 1+ vragen we de kinderen hun zet te noteren in de officiële schaaknotatie. Na de Opstapjes behandelen we de stof uit stap 1 en stap 1+, met deze 2 werkboeken hebben de kinderen een goede basis voor hun verdere 'schaak-carrière'. Natuurlijk verwachten we niet van iedereen dat het top-schakers worden, maar we proberen wel iedereen de liefde voor het spel bij te brengen. Elke stap wordt afgesloten met een heus examen (en diploma!), vooraf wordt geoefend met een 'proefexamen'.

Het lesmateriaal is niet in de contributie inbegrepen, daarom vragen we een vergoeding voor de werkboeken (deze is momenteel € 5,00 per boek). Wij verzoeken deze contant te betalen op de clubavond. Het werkboek is en blijft eigendom van het kind, maar we geven de werkboeken niet mee naar huis (voordat het uit is): het is de bedoeling dat er op de club, onder begeleiding, in de boeken gewerkt wordt.

Iedere lesgever verzorgd lessen aan zijn/haar eigen groep, de kinderen worden op hun eigen niveau ingedeeld in een groep (maximaal 8 leerlingen). De samenstelling van de groepen blijft in principe voor het heel jaar hetzelfde. Eind december is er een evaluatiepunt en kunnen kinderen mogelijk in een nieuwe groep geplaatst worden, als dit hun schaakontwikkeling ten goede komt.